- voorzetten
- {{voorzetten}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [voor iets, iemand zetten] mettre (devant)2 [voor laten lopen; vooruitzetten] avancer♦voorbeelden:1 iemand iets voorzetten • servir qc. à qn.de luiken voorzetten • fermer les volets2 zijn horloge vijf minuten voorzetten • avancer sa montre de cinq minuteshet rechterbeen voorzetten • avancer la jambe droiteII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [sport en spel]centrer (le ballon)
Deens-Russisch woordenboek. 2015.